3 januari 2010

Van goden en helden


De Noordse mythologie heeft een omvangrijk verspreidingsgebied. Het omvat het noorden van het huidige Engeland, Noord-Nederland, grote delen van Duitsland, een stukje Tsjechië, Polen, Denemarken, Zweden en Noorwegen. Veel Noren zijn omstreeks 1200 - 1300 nC naar IJsland gevlucht. Daar vindt de poëtische Edda zijn oorsprong.

De Noordse mythologie is niet één twee drie te vatten. Grofweg wordt in die mythologie uitgegaan van de huidige 'onvolmaakte' tijd die uiteindelijk over gaat in een nieuwe tijd waarin de Goden alleen maar goede eigenschappen hebben. Die nieuwe tijd breekt aan in het Ragnarok (het einde van de wereld) als Yggdrasil (Wereldboom) vergaat, opbrandt met een stekende vlam naar de hemel.

Yggdrasil

Elementen die bij ons nog zichtbaar zijn van dat Noordse geloof zijn o.a. de namen van de dagen, woensdag (Wodan), donderdag (Donar) en vrijdag (Freija), Datzelfde geldt voor de benamingen van die dagen in Engeland en Duitsland. Oorspronkelijk heette de woensdag daar Wotanstag; onder invloed van de kerk is dat veranderd in Mitwoch. Wodan was immers de hoofdgod in het Noordse geloof.

De tekst TØØRN is een taalgrapje: toorn, de goden zijn boos. De 4e dimensie slaat op het 'goddelijke'.

Tekst en tekening: John Giskes